VOOR EEN REchtvaardige basisbeURS

Een rechtvaardige basisbeurs voor iedere student.

Na jaren van protesten en ophef is er eindelijk een einde gemaakt aan het leenstelsel. Op Prinsjesdag 2022 leek er goed nieuws te zijn: geen studielening meer met bijbehorende problemen zoals de rentelast en hypotheekkwesties. Volgend collegejaar wil het kabinet ‘de basisbeurs opnieuw invoeren voor alle studenten in het hoger onderwijs, ook voor studenten die dan al studeren’, aldus de website van de Rijksoverheid. Maar niets bleek minder waar: tot onze verbazing hoorden we onlangs dat de basisbeurs voor velen niet in zal gaan.

De nieuwe basisbeurs geldt namelijk slechts voor studenten die nog recht hebben op de zogenoemde ‘prestatiebeurs’ [1]. Dit is het gedeelte van de studieschuld dat na het behalen van je diploma wordt omgezet in een gift: 4 jaar bij een hbo-opleiding of bij een wo-bachelor - als je een éénjarige master doet. Hoewel ook de generatie die onder het leenstelsel heeft gestudeerd een prestatiebeurs had (studentenreisproduct en in sommige gevallen een aanvullende beurs), bestond deze niet uit een basisbeurs. De prestatiebeurs was een lege huls. Maar de looptijd is wél ingegaan en bij velen nu verlopen.

Kortom: ieder gestudeerd jaar verkort het recht op de basisbeurs met één jaar. Dus lopen studenten de basisbeurs gedeeltelijk mis en studenten die in studiejaar 2023-2024 al langer dan de nominale studieduur studeren krijgen zelfs helemaal geen basisbeurs. De pechgeneratie vist wéér achter het net.

Het is de zoveelste tegenslag. Hoewel het leenstelsel aan ons werd verkocht als ‘een hele gunstige en sociale lening’ [2], zaten er achteraf veel haken en ogen aan. Allereerst werd onze schuld tóch meegewogen voor de hoogte van een hypotheek ondanks dit niet het voornemen was. Vervolgens werden we geconfronteerd met oplopende rentepercentages op onze schuld. De compensatie die hierop volgde is bijna een belediging: minder dan 1.500 euro korting op een schuld, die bij afgestudeerden gemiddeld 27.745 euro is [3]. Dit is een doekje voor het bloeden. Al helemaal nu het kabinet in het nieuwe wetsvoorstel [3] uitgaat van 1000 euro aan levensonderhoud per uitwonend student per maand. Waar is deze ‘compensatie’ dan op gebaseerd?

De basisbeurs zou óók moeten gelden voor studenten die onder het leenstelsel vallen en al langer studeren. Het is onrechtvaardig dat studenten met de hoogste schulden worden uitgesloten van de basisbeurs tijdens de afronding van hun studies. Het valt toch niet uit te leggen dat juist omdat je onder een inmiddels onrechtvaardig geacht systeem hebt gestudeerd, dit nu tegen je werkt?


De plannen voor de herinvoering van de basisbeurs liggen nog niet vast en dus kunnen we nog iets doen. Met dit manifest richten we ons tot minister Dijkgraaf en willen we aandacht vragen voor deze vergeten groep. Het is heel pijnlijk dat wij tot nu toe alles geleend hebben, in die tijd geen basisbeurs hebben ontvangen, maar dat de ‘looptijd van de basisbeurs vervolgens wel verstreken is.’ Het lijkt ons na alle tegenslagen niet meer dan redelijk dat de looptijd van de basisbeurs voor elke student pas bij invoering ingaat. Op deze manier krijgen huidige studenten dezelfde rechten als toekomstige studenten. Een rechtvaardige basisbeurs is toch niet te veel gevraagd?

Daarom roepen wij de minister op tot het volgende:

· Stel de compensatie voor de pechgeneratie bij naar een redelijk bedrag. Een compensatie ter hoogte van anderhalve maand aan kosten van levensonderhoud staat niet in verhouding tot het bedrag dat in al die jaren moest worden geleend.

· Meet met gelijke maten: neem álle studenten mee in de nieuwe basisbeurs. Ook huidige studenten zouden aanspraak moeten kunnen maken op een basisbeurs met dezelfde looptijd als bij toekomstige studenten.

~ Marieke Schunselaar en Nathan Kramer


[1] Kamerstukken II 2022/23, 36 229, nr. 3, p. 13.[2] Kamerstukken II 2014/15, 34 035, nr. 3, p. 14.[3] Kamerstukken II 2022/23, 36 229, nr. 3, p. 14.


Ondertekend door

en 36.000+ anderen